Blogs vanaf 2020

 

 

 

 

 

 

 

Dochters  (Marco Borsato)

 

……

Wat is ze mooi

En wat staat de tijd haar goed

Ik knipper m’n ogen en zie hoe haar hart

Nu voorgoed van een ander is

Maar waar ze ook mag zijn

In gedachte is ze hier bij mij

In mijn ogen blijft ze altijd klein

 

 

Zodra ik dit nummer van Marco Borsato hoorde deed ik de radio uit of probeerde te vluchten als dat kon. De woorden trapten op mijn ziel en pijnigden mijn toch al verscheurde hart. Tot afgelopen woensdag:

 

“Pap, als je dood bent ga ik over deze dag vertellen” zei ik tegen mijn vader. We stonden bovenop de berg in onze tuin en keken naar de boom die we hadden omgehaald.  Die woensdag was ik voor de derde dag op rij vrij van mijn werk. Ik was aan het bedenken wat ik zou gaan doen toen mijn vader het pad op kwam rijden. Hij had zijn kettingzaag mee. “Welke boom wilde je om hebben?”. Ik had gevraagd of ik de zaag kon lenen om een boom om te halen. Die nam te veel zonlicht weg. Mijn vader wilde niet dat ik zelf aan die klus zou beginnen, ik vond eigenlijk dat ik het mijn vader van 81 jaar jong niet kon vragen. We gingen samen aan de slag.

 

Toen we onder aan de boom stonden bleek die eigenlijk best groot te zijn. Groter dan ik dacht. Na enig getwijfel besloten we de klus toch te gaan klaren. Mijn vader bond een stuk hout aan een touw en zei dat ik die over de takken moest gooien zodat we de boom konden begeleiden bij het omhalen. Ik en gooien… dat is geen succes. Na diverse pogingen gaf ik het op. “Pap, we gaan het niet doen, die boom is veel te groot”.  Ik zag dat mijn vader twijfelde en het toch ook beter vond het niet te doen. Als er nou een sterke man bij had geweest… die waren echter elders aan het werk.

 

“Deze conifeer wil ik ook nog weg hebben” zei ik toen we afdropen. Deze boom was minstens drie en een halve meter hoog en was veel te grof geworden. “Weet je het zeker?”, vroeg mijn vader. Ja, ik wist het zeker. Hij liep een rondje om de boom en bekeek deze eens goed. “Hij is wel heel groot hè”, mompelde pap. Ja, dat was hij zeker…  Toen ik nog eens bevestigde dat ik de boom echt weg wilde hebben ging de zaag erin.  De ene stronk na de andere viel neer. Terwijl mijn vader zaagde sleepte ik de stammen naar de takkenwal achter in de tuin. Mjin vader kon niet geloven dat ik zo sterk was. Ik weet van wie ik die genen heb en ik houd van dit werk. Als ik man was geweest zou ik hovenier zijn geworden.

 

Plotseling zagen we een vogelnest boven in een tak. “O nee, dat vind ik zielig!” We waren ons er bewust van dat we eigenlijk iets te laat in het seizoen aan het kappen waren. “Zit er een vogel in te broeden?”. Dat konden we vanaf de grond niet zien. “Als jij nou in die boom ernaast klimt, kun je erin kijken”, zei mijn vader alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. “Ik? In die boom? Zo hoog?”.  En terwijl mijn vader zei op welke tak ik een voet moest zetten en aan welke tak ik me vast moest houden klom ik de boom in. Ik stond te trillen op mijn benen. “Pap, ik kan dit niet hoor”.  “Tuurlijk kan je dat, nu die tak pakken en je voet daar...”  “PAP, ik word bijna 52 hè!!”.  Ik zag een grijns op zijn gezicht en we beseften beiden wat een hilarische situatie dit was.  Inmiddels stond ik toch hoog in die boom en kon ik zien dat het nest leeg en oud was.  Op instructies van mijn vader stond ik even later weer met beide benen veilig op de grond. De tak kon omgehaald en afgevoerd worden.

 

De conifeer lag in stukken op de houtwal en ik was de laatste resten aan het aanvegen. Wat een klus, eigenlijk veel te zwaar voor mijn vader. Waar was hij eigenlijk? Ik schoot in de lach toen ik hem boven op de berg zag staan met het stuk hout aan het touw in zijn handen.  “Na die conifeer moet deze boom toch een makkie zijn”. Na drie pogingen zat het touw op de juiste manier om de stam en binnen vijf minuten lag deze boom ook om.  Even wat takken eraf en omtrekken met onze gezamenlijke kracht. De boom lag even later keurig op de stammen van de conifeer. We hadden opeens veel licht in de tuin maar waren wel toe aan thee en chocola.

 

Ik ga natuurlijk niet wachten met het vertellen over deze mooie dag. ’s Avonds appte ik met mijn moeder (tevens app van mijn vader):

 

Mam:  Pa heeft voldoening van zijn werk van vandaag en hij heeft er ook van genoten dat hij dat nog kan doen.

 

Ik:  Ik vond het ook een mooie dag!! Wat zijn we sterk!! Was niet normaal maar heerlijk!

 

Mam:  Dat zei pa ook: dat kleine ding.. zo sterk..

 

Dus hoe groot ik ook mag zijn, in zijn ogen blijf ik altijd klein…

‘Dochters’, ik zing voortaan mee.

 

Hellen.

 

 

 

Mariette 27.05.2020 20:37

Wat een prachtig verhaal Hellen! Een sterk koppel, jullie samen. x

Marianne 07.05.2020 16:54

Deze momenten zijn om te koesteren. Ome Michiel, mijn vader genoot ook zo van het bezig zijn in zijn tuin, bomen snoeien, gras maaien enz. 😙

Nieuwe reacties

30.10 | 16:19

❤️🌻❤️

23.08 | 11:40

Dikke kus!

18.05 | 12:28

Ik zie nu ook dat ik elke 2 jaar in mei schijnbaar de behoefte heb om een opmerking hierop te geven.. Always in my heart (L)

18.05 | 12:27

Heerlijk en toch ook weer zo confronterend om jouw mooie lach te horen.
Ik mis je zo..